Malaria en bloedarmoede

24 januari 2016 - Malosa, Malawi

De kinderafdeling is een heftige afdeling, heel heftig. Ik begin maandag met 20 kinderen op de normale afdeling en 6 kinderen op de intensive care. Stel je niet te veel voor van de IC, het zijn slechts matrasjes op een soort aanrecht met mogelijkheid tot zuurstof geven. Stel je vooral wel veel voor van de mate van ziekzijn van deze kinderen, ze liggen hier als dooie musjes; het enige dat je hoort is het zuurstof apparaat en de reutelende ademhaling van de kinderen in strijd om wat lucht. De moeders zitten er rustig bij, afwachtend op het bezoek van de artsen, ons dus. Gelukkig begin ik met een hele adequate clinical officer; hij vertaalt, legt mij uit, werkt door en vraagt wat ik van de kinderen vind. Ik ben vooral heel blij dat ik een dagje kan meelopen én dat we redelijk snel door de kinderen heen zijn. 26 stuks in 3 uurtjes; efficiënt.

90% van de opnames is malaria, voor mij een hele nieuwe ziekte, voor hier de normaalste zaak van de wereld. Binnen een dag zie ik alle symptomen van malaria langskomen en zal ik nooit meer vergeten hoe je deze ziekte behandeld. De uitdaging begint pas wanneer een kind niet lijkt op te knappen; hoe herken je door de malaria heen de andere ziekte? Hoofdsymptoom van malaria? Koorts. Hoofdsymptoom van 90% van de rest van de ziektes? Koorts. Dat een kind koorts heeft en de malaria-sneltest positief wordt betekent hier dus lang niet altijd dat dat de reden is voor het kind met koorts. Maar het is lastig. Malaria zit in je bloed en bloed stroomt overal, dus de symptomen ook; ik zie kotsende kinderen, kinderen met diarree, moeite met ademhalen en stuipende kinderen. We behandelen ze voor malaria en hopen dat ze snel opknappen maar dat gebeurd helaas niet altijd. Zo maakte ik me dinsdag vreselijk zorgen om een jongen van 11 jaar oud, hij lag op een bed met z’n ogen en mond half open, te zwak om te praten. Eten en drinken lukten al een paar dagen niet, hij had hoge koorts en was moeilijk wekbaar. ’s Middags maakte ik me alleen maar meer zorgen; nog steeds hoge koorts, koude handen en voeten, weinig zuurstof in zijn bloed, snelle ademhaling. Was het de malaria die hiervoor zorgde of heeft hij hersenvliesontsteking waardoor hij niet meer reageerde op pijnprikkels? Ik drong aan op verdere diagnostiek voordat hij voorgoed in een coma zou raken. Het duurde uren voor mijn gevoel voordat de clinical officer zo ver was en de familie akkoord ging. Ik geloof dat ze mijn ongeduld en zorgen maar een beetje overdreven vonden en toen de naald in de rug van de jongen verdween en hij overeind sprong van de pijn lachten de clinical officers me uit; zie je wel dat hij niet zo ziek is. Ik ben nog nooit zo opgelucht geweest een jongen zo veel pijn te zien hebben en kon met een wat geruster hart naar huis gaan. Toen ik de volgende ochtend langs kwam zag ik hem zitten, nog steeds zwak maar duidelijk opgeknapt; de malariamedicatie had z’n werk gedaan, pff.

Helaas waren de zorgen nog niet over. Terwijl wij hem verplaatste van de IC naar de normale zaal, was hij nog steeds te zwak om te lopen. De malaria was weg maar de ravage die het achterliet niet. Malaria maakt je rode bloedcellen kapot en zorgt daardoor voor bloedarmoede. Zijn Hb bleek 2,3 te zijn waar hij normaal bij Malawiaanse kinderen tussen de 7 en de 8 moet zitten. De enige oplossing is een bloedtransfusie. Maar helaas, bij de ochtendoverdracht was het al gezegd, we hebben nog maar 2 kleine zakjes bloed, alleen genoeg voor kleine kinderen. Het is een probleem voor heel Malawi. Overal is malaria, overgedragen door de mug die lekker gedijt in het regenseizoen.  Veel bloed is nodig, weinig mensen kunnen het missen. Ook in de familie van deze jongen was geen geschikte donor, uiteindelijk bleek ik een perfecte match te zijn. Bloed geven, een vanzelfsprekendheid in Nederland voor mij, ook al weet je niet wat er met jouw bloed gebeurd. Hier was mijn bloed nog geen half uur uit mijn lichaam toen ik het zakje in de arm van deze jongen zag lopen en dan besef je echt; bloed redt levens. En het mooiste cadeautje? De volgende dag liep hij weer vrolijk rond, at en dronk hij weer en zag ik een glimlach op zijn gezicht.

Een succesverhaal en dat is wat ik moet onthouden; hoe veel kinderen we na een succesvolle behandeling naar huis kunnen sturen. Ik moet niet te lang blijven hangen bij die zieke baby met een longontsteking én malaria én 3 abcessen én HIV, die dit keer wel opknapt van zijn longontsteking maar zal blijven vechten tegen de HIV tot AIDS hem zal doden. Ik moet niet denken aan het meisje van 7 jaar, bekend met epilepsie, nu door malaria hevige aanvallen heeft en tussendoor psychotisch is. Vastgehouden door 3 vrouwen zodat ze zichzelf niet bezeerd of haar infuus eruit trekt. Ik denk ook maar niet te lang na over dat kindje van 7 maanden met een buik die we met de minuut zien groeien waarbij de verpleegkundige donderdag vergeten was een echo te laten maken en vrijdag, toen de generator aan was gezet om met spoed die echo te laten maken, eerst zelf even een foto ging laten maken van haar enkel, want daar had ze al een tijdje last van. Ik loop zelf wel naar de radiologie om er zo achter te komen hoe ziek dit kindje is, om vervolgens aan de moeder te laten vertellen dat het er heel slecht uit ziet. Ik blader nogmaals door de status en zie dat dit hoogst waarschijnlijk kindje nummer 5 van moeder wordt dat overlijdt. We, 3 tropenartsen, de clinical officer en ik, trekken nog een keer alles uit de kast om hem te redden; leggen hem aan het zuurstof, starten nóg een soort antibiotica, halen toch nog ergens een sterk malariamedicijn vandaan dat al dagen ‘out-of-stock’ was en stoppen een neus-maagsonde erin. Meer kunnen we niet doen en we besluiten dat het kindje naar Zomba District Hospital moet voor chirurgische interventie. Na mijn lunch ligt het kindje er nog steeds. Ik sta alleen op de afdeling, geen clinical officer of verpleegkundige te bekennen als de moeder in paniek naar mij toe komt. Hij braakt maar heeft de kracht niet het er goed uit te gooien; terwijl er 5 moeders naar mij en het kindje zitten te kijken kom ik niet verder dan het kindje om z’n zij draaien, naar hart en longen luisteren en een aai over zijn bol geven. Ik zou zo graag de moeder uitleggen wat er gebeurd en haar voorbereiden op wat komen gaat. Ik bel de clinical officer, of hij nú wil komen. Een kwartiertje later komt hij aankakken en neemt het kindje mee naar Zomba, de ambulance is er eindelijk…

Ik moet blijven denken aan de kinderen die wel wél helpen; het meisje van 9 jaar met een heftige astma aanval, verstoten door haar eigen moeder maar opgevangen door een andere vrouw. Terwijl wij haar behandelen met astma-medicatie, zorgt zij liefdevol voor dit meisje en kunnen we haar 2 dagen laten ontslaan met schone longen. Ik denk aan het jongetje dat meerdere insulten had doordat malaria in zijn hersenen zat, slap als een vaatdoek, bleek, met een infuus in z’n hoofdje waar malariamedicatie en bloed indruppelt, en die vrijdag vrolijk op de rug van vader het ziekenhuis verliet. Of de vele andere kindjes die de IC kunnen verlaten na malaria/koortsinsulten en goed opknappen op de afdeling. Dit maakt dat ik het ontzettend naar mijn zin heb op de kinderafdeling. Je kunt daadwerkelijk veel betekenen voor deze kinderen en ze knappen snel op. Er is een soort van structuur op de afdeling en ondanks dat ik meerdere malen moet zeggen dat dat kind nog geen antibiotica heeft gehad, die andere nog geen antimalaria, die baby nog helemaal niet naar huis mag en het zuurstof bij een powercut overgezet moet worden naar de zuurstoffles heb ik redelijk goed contact met de verpleegkundige en sinds ons tripje naar een health center op woensdag ook goed contact heb met de clinical officer waardoor de samenwerking eigenlijk wel redelijk verloopt.  

Dat tripje naar een van de vijf healthcenters van het ziekenhuis was hilarisch. We zijn een hele dag weg om 1 patiënt te zien en twee doosjes medicijnen te brengen. We bewonderen nog even 2 bevallingsbedden die gedoneerd zijn door een van de vele goede doelen in Malawi. Het zijn prachtige bedden, breed, dik matras, voetsteunen en aan alle kanten verstelbaar. Wat ze even niet hadden bedacht is dat daar stroom voor nodig is, er is geen stopcontact te bekennen… Omdat we verder toch niks beters te doen hebben en moeten wachten op de verpleegkundige besluit de clinical officer me mee te nemen op een boottochtje op de rivier en een wandeling te maken in het dorp waar het een drukte van jewelste is. Lopen we daar in ons witte jassen; veel bekijks en een beetje ongemakkelijk. Als hij door heeft dat ik het wel heel leuk vind om iets van dit dorpje te zien neemt hij me nog even mee naar de waterpomp. Ik moet terugdenken aan de eerste keer in Afrika, ik was 15 en werd uitgelachen dat ik geen 20 liter water op m’n hoofd kon dragen en ook nog niet moeder was. Dit keer is de hilaritiet dat ik in m’n witte jas een beetje water sta op te pompen, we lopen maar weer snel terug. Daar staat de ambulance klaar om ons over een hobbelweggetje door de middle of nowhere terug te brengen naar st. Luke’s.

Dinsdag was het relatief rustig op de afdeling, geen ernstig zieke kinderen die direct ons aandacht nodig hadden. We starten net met de ronde als we worden gebeld; of we even wilden komen kijken op de mannenafdeling bij een man van ongeveer 50 jaar waarbij ze denken aan hersenvliesontsteking. Als we daar komen zie ik een ernstige zieke man en in een oogopslag zie ik dat het foute boel is; m’n innerlijke instinct rent het liefst weg, maar ik blijf kalm en denk terug aan de ABCDE cursus die ik vlak voor ik naar Malawi vertrok deed. A: ademweg is vrij, hij ademt, snel, oppervlakkig en met veel gereutel. B: zuurstofmasker. Hij ligt aan het zuurstof met een neusbril en de machine maakt een oorverdovend lawaai; out of service. Ik vraag of er een zuurstofmasker is; nee. Paniek slaat toe, hier had ik geen rekening meer gehouden.. Ik werk nog een beetje half de BCDE af; lage bloeddruk, weinig zuurstof in z’n bloed, zwakke hartslag, laag bewustzijn en hoge koorts. De laatste letter E staat voor suiker meten: ik ben het niet vergeten; er is gewoon geen werkende meter… Infuus loopt, antibiotica en suiker is gegeven; meer kunnen we hier niet doen. De tropenarts bereid me voor op een slechte uitkomst en nog geen uur later hoor ik schreeuwende en huilende familie over het ziekenhuisterrein. We worden geroepen om te schouwen en waar ik een uur geleden nog een orkest aan geluiden hoorde is er nu een oorverdovende stilte als ik mijn stethoscoop op z’n borstkas leg… Niet elke patiënt kan gered worden, maar voorlopig is deze hele week geen één kindje overleden op de afdeling, helaas een bijna unicum.

Malaria, malaria, malaria; de muggen zoemen om me heen maar ik ben nagenoeg veilig door de malariaprofylaxe die ik braaf slik. Bloedarmoede zal ik voorlopig alleen krijgen door zelf bloed af te staan, helaas kan dat pas weer over 3 maanden. Inmiddels zijn de tropenartsen naarstig op zoek naar bloed. Chris haalt 7 vrijwilligers uit Zomba op om bloed te doneren en uit de centrale bank krijgen we ook nog 4 zakjes. Dit probleem lijkt voor heel even opgelost maar als ik samen met de drie tropenartsen op zondagochtend boven op de berg sta te genieten van het prachtige uitzicht worden ze gebeld met het volgende wat niet beschikbaar is. Alsof de tropenarts daar nu iets aan kan doen. ‘Incapabele idioten’ worden de inkopers genoemd terwijl we teruglopen door meter hoog gras, maisvelden en dorpjes. Ik ben gesloopt als we terug komen maar kijk terug op een leuk weekend. Het begon vrijdag al met een lunch bij Beatrice, ons schoonmaakster en kokkin. Dit keer ad ze in haar eigen, piepkleine huisje, voor ons gekookt. Vrijdagavond pubquiz in Zomba en zaterdag een ziekenhuisfeest. Iedereen is in hun beste kleren gekomen om naar lange saaie toespraken te luisteren, waarbij wordt gezegd dat ‘regelmaat en discipline’ de pilaren zijn waar het ziekenhuis op bouwt. Ik lach me dood. Vervolgens worden er prijzen uitgedeeld voor ‘schoonste uniform’ en langste dienstverband; maar liefst 49 jaar werkt diegene in dit ziekenhuis! Het feest wordt afgesloten met eten en met dansen waar ook ik helaas niet aan ontkom…

Het weekend is weer voorbij, ik heb een lang verslag geschreven. Vooral omdat ik al deze ellende van me af moet schrijven, ik besef dat het veel lezen is. Ik vond het dit keer moeilijk een lopend verhaal te schrijven en helemaal tevreden ben ik niet. Maar morgen begint weer een nieuwe week en dat zal wederom weer veel malaria en andere indrukwekkende taferelen opleveren om op te schrijven…

12 Reacties

  1. Maaike:
    24 januari 2016
    Mooi Nicole! Heel mooi geschreven (absoluut geen reden om ontevreden over te zijn) en nog veel mooier wat voor werk je daar allemaal verricht. xx
  2. Silvia:
    24 januari 2016
    Bijzonder verhaal weer!
  3. Lucie:
    24 januari 2016
    Pffff wat een verhaal weer. Wat indrukwekkend zal het allemaal zijn, de een te kunnen helpen en een ander te moeten laten gaan. Blijf toch genieten van al t moois wat daar is. Jouw steentje die je bijdraagt is zeer dankbaar werk.
  4. Jolanda quintus:
    25 januari 2016
    maak je geen zorgen over je schrijfstijl, heb het verhaal in een adem gelezen...en die lumbaal punctie....ik voelde die naald ook weer mijn rug in gaan...wat een heftige contrasten overigens en emotie wisselingen.Jeetje Nicole, RESPECT!!!!!!!!
  5. Nicole:
    25 januari 2016
    Dankjulliewel voor jullie support! Nog even een leuke update: met het jongetje dat we naar Zomba hebben gestuurd met z'n mega buik gaat het goed! Hij knapt op! Wonderen zijn de wereld nog niet uit ;)
  6. Mireille:
    25 januari 2016
    Nicht!! Wat een verhaal...Indrukwekkend!
  7. Madelon:
    25 januari 2016
    Lieve Nicole, sprakeloos na al je verhalen....! Prachtig geschreven, wat zullen ze daar blij met je zijn!!
  8. Richard:
    25 januari 2016
    Wat mooi hoe jij met je mooie en emotionele verhalen de lezers meeneemt in je coschap tropenarts in Afrika. En wat is het prachtig om mensen met je eigen bloed of een juiste diagnose beter te zien worden, daar doe je het voor! Blijf vooral ook schrijven om alles een plekje bij jezelf te geven. Xx Willy
  9. Richard:
    25 januari 2016
    Lieve dochter, paps is trots op je. Je voelt je tenonrechte maar begrijpelijk af en toe onzeker. Toch weet je handelend op te treden en blijf je het belang van de patiënten voorop stellen. Je bent toppie. Groetjes Richard
  10. Robert:
    26 januari 2016
    Nicole beklaagde me bij Richard dat ik niets hoorde van ñicole. Schrijf ze niet meer. Het was kunstlezingdag. Kreeg te horen dat je weidegebied aan het schrijven was en dat ik het zeker moest lezen. Eindelijk een keer geen leugen van je vader. Wat een verhaal. Wat kan je met weinig veel betekenen. En veel geven. Heel indrukwekkend. Ook het leven en dood zo dicht bij elkaar. Blijf de overwinningen tellen. Trots op je. Groetjes Robert
  11. Dineke Fiolet:
    27 januari 2016
    lieve Nicole,
    héél indrukwekkend allemaal wat jij meemaakt. maar vooral jouw instelling en houding tov de patiëntjes vind ik bewonderenswaardig , het toont je betrokkenheid en inzet. Alles bij elkaar mogen ze daar heel blij zijn met iemand zoals jij en deze ervaringen neem jij mee in je loopbaan als arts en zullen jou altijd tekenen in hoe jij je werk doet. dat pakt niemand je meer af!!
    veel liefs
  12. Wendy:
    30 januari 2016
    Respect! Wat een mooi verhaal en goed werk verricht je in Malawi. We blijven je weer volgen, wat een nuttig werk. Sterkte en geniet van alle vrolijke kindjes die weer gezond naar huis gaan!