Hallo! … Hallo, hallo?! Hallohoo!

30 augustus 2015 - Paramaribo, Suriname

“Hallo, waarom zeg jij niks?” Tja, soms weet ik het gewoon niet. Al die mannen die hallo zeggen, wat moet ik er mee? Vaak zet ik maar oogkleppen op en doe ik net of ik niks hoor. Antwoord je wel vriendelijk dan heb je de kans er nooit meer vanaf te komen; dan volgen ze je de hele supermarkt door en denken ze dat je hun leuk vindt. Beleefd zijn of rust hebben/ wel iets zeggen, niks zeggen; het is een continue strijd van een vrouwelijke bakra in Paramaribo.

De strijd in het ziekenhuis heb ik opgegeven. Het is de beurt aan mijn medeco. Een week geleden kwam zij aan en was het aan haar om de zusters te gaan aaien en de klusjes op te knappen. Nu is het mijn beurt om haar op te vrolijken en te vertellen dat zíj gelijk heeft en niet al te veel van aan moet trekken. Klusjes klaren en naar huis. Niet te veel nadenken, wordt niet gewaardeerd. Vorige keer heb ik jullie verteld over de overleden vrouw met een acute buik gemist door de artsen omdat er niet geluisterd wordt naar de coassistent. Nou zal die jonge patiënte die ik moest nakijken vast niet dood gaan aan de denderende hartruis die ik hoorde, maar een consultje cardiologie had ik niet overbodig gevonden. Of het baby’tje van een dag oud met door de co geziene aanvallen van wat leek op epilepsie het overleefd; de tijd zal het leren. Wij hebben ons best gedaan; gynaecologen, arts-assistenten en zusters gewaarschuwd, in de status genoteerd, ook nog aan de huisarts vermeld. Wij gaan weer verder met ons takenpakket; ik vraag me met de seconde meer af waarom ik die stethoscoop nog op die borstkast leg; wil ik het wel weten als er toch niks aan gedaan wordt?

Moge God hen helpen. Als niemand anders het doet moet je daar misschien maar weer op terugvallen. Het Diaconessenhuis is een Katholiek ziekenhuis en dat is vooral te zien aan de vele kruisjes die overal hangen. Elke ochtend worden enkele psalmen gezongen door de zusters en op zondag moeten de patiënten maar even wachten want de dokter is naar de kerk. Gelukkig genieten zij vanuit hun bed ook mee met de dienst die buiten aan de gang is. De patiënte kijkt me verbaasd aan als ik vraag of ze even op wil houden met zingen zodat ik naar haar longen kan luisteren. Ik hoor haar denken; ‘atheïstische bakra!’. Religie boven alles. Mogen God het baby’tje redden.

Deze week sta ik op de operatiekamer. Fantastisch; de eerste operatie mag ik steriel staan; dus naast de arts en voor ik het weet sta ik met een baby in m’n had. Ik ben als de dood dat ik het kleintje uit m’n handen laat glibberen, maar hoe gaaf! En dan mag ik ook nog eens de buik dichthechten! Dit wordt een top week! Dus niet… Hierna mag ik niet meer steriel staan. Een of andere zuster schreeuwt uit dat het pas m’n eerste dag is: ‘ze mag nog helemaal niet steriel staan’. Als ik zeg dat het van de gynaecoloog wél mag, is het verhaal opeens dat de steriele jassen op zijn. Vervolgens sta ik dus de komende 6 operaties met m’n handjes op m’n rug mee te kijken. Gelukkig betrekt de gynaecoloog me er wel bij en vertelt wat wat is. Daar kunnen Nederlandse chirurgen dan weer wat van leren.

Na deze fantastische maandag is het over met de operaties. 3 van de 4 gynaecologen zijn er niet, dus wordt er de rest van de week niet geopereerd tenzij spoed. Dat wordt dus weer een weekje afdeling… Op de afdeling is het inmiddels wel wat beter want de zusters zijn best vriendelijk geworden. Hebben de eindeloze übervrolijke ‘Goedemorgen zusters!’ toch zijn vruchten afgeworpen. Woensdag was ik al helemaal in m’n nopjes toen ik van de zuster te horen kreeg dat er twee mensen naar OK gingen. Ze zei het uit zichzelf, zonder dat ik ernaar vroeg! De patiënten waren al naar de OK dus ik sprintte erheen. Op de OK vraag ik eerst aan de hoofdzuster wanneer de OK begint. Vraag maar op de verkoeverkamer snauwt ze dus ik loop daarheen en daar zeggen ze dat ik het moet vragen aan de hoofdzuster. Ik heb, ondanks 100 handjes schudden op de eerste dag nog geen vrienden gemaakt hier. Ik besluit me maar om te kleden in m'n OK pak en af te wachten. Ik ga in de verkoeverkamer zitten en er wordt gevraagd wie de ingreep gaat doen. Geen idee zeg ik. Bij de volgende vraag die ik niet weet wordt er naar m'n hoofd geslingerd 'jij weet ook niks'. De volgende zuster komt binnen en snauwt naar me waar die arts blijft en wat ik hier al doe. 'Ga je hier nou de hele dag wachten? Je kan beter naar boven gaan, je nuttig maken!' Ik vraag me af of ze beseffen hoe onaardig ze zijn of dat dit gewoon echt hun cultuur is. Ik zat vervolgens daar maar een beetje verslagen te wachten, een OK wil ik niet missen en het is een goede reden om niet op de afdeling te zijn en de onbegrijpelijke visite te kunnen missen. Nog geen vijf minuten later begonnen de operaties gelukkig, helaas waren ze nog geen uurtje later afgelopen. Terug naar de afdeling… Daar is het rustig en mijn medeco is een harde werker. Vanaf 11 uur zijn we klaar en zitten we te wachten tot het 3 uur is, dat duurt ons te lang; we peren ‘m standaard om 2 uur. Vrijdag was ik het zelfs zo beu dat ik niet gegaan ben, lekker lang weekend!

Vrije tijd weet ik namelijk wel nuttig in te vullen. De verhalen van hangmatten, uiteten en zwembaden zal ik jullie niet langer mee vervelen. Ga er maar vanuit dat ik een van deze standaard na coschap doe of een combinatie ervan. Vrijdag avond afscheidsfeestjes is ook meer regel dan uitzondering en dat ik eigenlijk ook altijd samen te vatten als heel veel alcohol en vooral veel gezelligheid. Twee weken geleden was er dan ook nog een partybus geregeld en dat is nou weer typisch iets dat alleen in Suriname kan. Een bus met open dak, kneiter harde muziek en heel veel studenten. Het was een mooi tochtje door Paramaribo.

De volgende dag moesten we alleen weer vroeg op. Brak of nog steeds dronken vertrokken we naar Brownsberg om de jungle van Suriname te gaan ontdekken en af te koelen bij watervallen. Daarna sliepen we op Stone Island dat in het Brokopondo Stuwmeer ligt. Een meer ter grootte van provincie Utrecht dat gemaakt is in de jaren ’50 om stroom op te wekken voor heel Suriname. Overblijfselen van wat ooit een jungle was maakt een tochtje over dit meer heel bijzonder en ziplinen over de uitmonding van dit meer; de Surinamerivier nog beter! Met 55 km/u over die rivier zoeven; zo vet!

Dit weekend hebben we het wat rustiger aan gedaan. Na twee feestjes; donderdag weer de partybus met coassistenten én arts-assistenten van alle ziekenhuizen in Paramaribo (dat is nog eens een mooi bedrijfsfeestje) en vrijdag een poolparty; zijn we toe aan een rustig weekendje. We huren een bootje en gaan op zoek naar dolfijnen in de Surinamerivier. We gaan Paramaribo en omgeving ontdekken op te fiets; naar de Centrale markt, Fort Zeelandia en oud koffieplantage Peperpot net buiten Paramaribo. Op de Centrale markt geniet ik van alle kleuren en groentes, de hele vissen, krabben en kippen, maar worden we ook weer zo nagefloten en aangesproken dat we snel ons rust zoeken bij de waterkant. In Fort Zeelandia krijgen we de geschiedenis van Suriname te horen; dat de Nederlanders niet altijd even slim waren en daardoor vijanden zo langs het fort konden varen. Slaven ontsnapten en zo dorpen in de jungle werden gevormd. Hoe zwaar het leven werd na afschaffen van de slavernij en dingen in verval raakten omdat het echt te zwaar werk was. En hoe corrupt de eerste regering van Suriname na de onafhankelijkheid in 1975 was met als hoogtepunt de Decembermoorden waarbij 15 hoog opgeleide tegenhangers van het regime zonder proces geëxecuteerd werden in Fort Zeelandia. Na al mijn reizen lijkt dit een terugkerend thema te zijn; bijna elk land heeft wel zo’n verhaal en elke keer maakt het weer indruk op me. Bij Peperpot is weinig te zien van het beladen verleden. De plantage, ooit vol met slaven en koffiebomen, is overwoekerd door jungle en de doodshoofdaapjes hebben bezit genomen van het stuk land.  De fietstocht ernaartoe was wel leuk; 8 fietsen in een bootje en daarna 8 bakra’s in de bloedhete zon over het platteland. We lijken wel gek. Het droge seizoen is inmiddels echt begonnen. Het kwik stijgt makkelijk tot 35 graden in de schaduw en de afgelopen 2 weken hebben we geen verkoelend buitje mee gehad. Na regen komt zonneschijn; nu nog op mijn coschap…

Liefs,

Nicole

5 Reacties

  1. Josje:
    31 augustus 2015
    Ha Nic, gezellig om de week weer te beginnen met een verhaal van je. "moge God hen helpen" Roberto zou trots op je zijn hoor ;-) Trek je niks aan van die lui verder! En af en toe een beetje brutaliteit kan vast. Bij mij helpt t nog wel eens om die rechterwenkbrauw heel hoog op te trekken, je weet wel... ;-) soms werkt t averechts overigens. Eigen risico! Geniet daarnaast dan maar vol van de bedrijfsfeestjes en al het moois dat er te zien is. Ik heb wat cultuur dichter bij huis gesnoven dit weekend. Onze eigen Veluwe. Ook prachtig.
  2. Maaike:
    31 augustus 2015
    Het leven van een bakra in Suriname gaat duidelijk niet over rozen, althans in het ziekenhuis.. ;) Ik vind het wel echt superstoer hoe je je niet uit het veld laat slaan en er toch het beste van probeert te maken! En gelukkig compenseren de feestjes en geweldige tripjes voor je minder leuke ervaringen als co. Misschien wel liever zo dan andersom? Geniet maar goed van alle roti en hangmatten! Ik kijk er heel erg naar uit je straks weer te zien als we eindelijk weer tegelijkertijd in NL zijn :)
  3. Richard:
    31 augustus 2015
    Moet maar denken dat je lekker op vakantie bent naar Suriname. Tenslotte hoef je maar 35 uur per week bezig te zijn met coschappen en blijven er 130 uur over voor slapen en vooral heel veel leuke dingen doen. Laat je niet uit het veld slaan er komen vast ook nog wat hoogtepunten in je coschappen. Xx Willy
  4. Dineke Fiolet:
    31 augustus 2015
    He lieve Nicole, fantastisch weer om je verhalen te lezen, helaas dit keer niet alleen maar rozengeur en maneschijn maar ook dat is realiteit...hoop dat je nog een heel mooie tijd mag hebben daar. Veel liefs.
  5. Richard:
    1 september 2015
    hoi Nicole. Bakra is dat een samenvoegsel van bakvis en radeloos? Een prachtig leven met al dat vertier. In Nederland verdien je niet zo makkelijk je brood. En dan al die feestjes en uitjes. Logisch dat die verpleegsters jullie afbekken. Ze zijn gewoon jaloers op jullie blanke bruine leven. Blijf lachen. Het leven is verrukkelijk. Groet Richard