De eerste indrukken
4 januari 2016 - Malosa, Malawi
In mijn sollicitatiebrief voor deze stage schreef ik; “Vanaf de eerste keer dat ik naar Afrika ging was ik verkocht, ik was 15 en ik twijfelde er niet over om na mijn middelbare school voor langere tijd naar Afrika te gaan. Ik ging als vrijwilliger naar de sloppenwijken van Nairobi en daar knapte ik een klein medische post op. Terwijl ik van een bed bloed aan het krabben was lag in de kamer naast me een vrouw te bevallen. Op het moment suprême stond ik ernaast, ze gaf geen krimp en voor ik het wist stond ik met een levenloos kleintje in mijn handen. Met een simpel uitzuigballonnetje werden de longen van dit jongetje schoon gemaakt en konden we 10 minuten later een gezonde baby aan moeder overhandigen die inmiddels al weer fris en fruitig op een stoel zat.” Als 18 jarige maakte dit diepe indruk op me, de kalmte en sterkte van de vrouw, het nieuwe leven en de simpele handeling van wat in mijn ogen toen een dokter was die het leven van dit kleine jongetje redde. Dat was misschien wel het moment dat ik besloot dokter te worden. Nu, 7 jaar later ben ik weer in Afrika beland en weer stond ik aan een bed toen op het bed naast me opeens een vrouw zonder kik of stoot een baby op de wereld zette. Niemand had het door, de verloskundige stonden gordijnen op te hangen en ik stond met een dokter een pussende buik open te snijden. Apatisch lag die vrouw, of was het nog maar een meisje, daar op het bed met het hoofdje er half uit. Schreeuwen tijdens de bevalling wordt hier niet gewaardeerd, hulp roepen normaliter wel. Gelukkig keek de dokter even om het hoekje, schoof direct het gordijn open en zo stond ik met m’n hand op een pussende wond te kijken hoe een vrouw bevalt van een gezonde baby. Geen kik, geen schreeuw, geen teken van blijdschap; ik heb geen idee wat ík voelde, maar een bijzondere 8 weken gaan het zeker worden!
Nog geen 3 dagen eerder begon mijn reis op Schiphol. Ik vind het nu onvoorstelbaar maar ik zag er best tegenop. Waar beland ik nu weer, gaat het leuk worden, is tropengeneeskunde wel echt leuk? Honderden vragen gingen door mijn hoofd maar toch stapte ik weer het vliegtuig in. Nog nooit heb ik zo’n rare vliegreis gehad; in Wenen stapte ik in een vliegtuig die al half vol zat, in Ethiopië waren er dubbele stoelen geboekt en de helft van de passagiers werden vervangen in de hoofdstad van Malawi, Lilongwe. Mijn reis eindigde in Blantyre, met een klap werd ik wakker toen het vliegtuig landde. Ik kijk uit op een piepklein vliegveldje in een prachtige omgeving en als ik uitstap voel ik de warmte en de geur van Afrika. Gelukkig, de vlinders in mijn buik kwamen terug; laat het avontuur beginnen!
Blantyre, 2e stad van Malawi en meer inwoners dan Rotterdam zie eruit als een dorp; geen hoogbouw, amper auto’s en overal mensen en kinderen langs de weg. Ik kom na een half uur aan in Doogles, een heerlijk hostel mét zwembad waar ik tevreden mijn eerste nacht een dag doorbreng. Zondag is het wachten op Elise, een andere coassistent, samen reizen we richting st. Luke’s waar ik gister in het pikkedonker aankwam en Frits, de andere coassistent ontmoette. Met z’n drieën hebben wij een huis met 4 slaapkamers, twee badkamers, een kok, schoonmaakster, wasvrouw, bewaker, tuinier en een warme douche; wat een luxe.
En vanochtend begon het dan echt; de stage waarvoor ik al ruim 5 jaar studeer. Tijdens de overdracht worden de statistieken van de afgelopen 2 weken genoemd: 25 december: 10 opgenomen, 5 ontslagen, 1 overleden; 26-12; 4 opgenomen, 8 ontslagen, 2 overleden; 27-12…. Heftig. Tijd om het met eigen ogen te aanschouwen; ik werd geplaatst op de Moeder-Kindkliniek en had direct flashbacks naar Suriname. De vroedvrouwen zijn in hetzelfde donkerblauw gekleed, de muren zijn afgebrokkeld wit, kruisen op de muur en de deuren zijn helblauw. Gelukkig is het een stuk overzichtelijker; er is een zaal met 6 bevallingsbedden en 2 matrasjes voor pas geborene met een slechte start, de ‘Intensive Care’. Daarnaast een kamer met net-bevallen-of-keizersnede-vrouwen, een zaal met zieke zwangeren en nog een zaal met zieke baby’s . In totaal zie ik 20 mensen in de ochtend waarvan 5 zijn gebombardeerd tot ‘mijn patiënten’. Een pasgeborene gaat bijzonder slecht maar wat er nou over afgesproken was werd mij niet duidelijk. ’s Middags gaat het alleen maar slechter; 5 dagen oud, nog niet gepoept, drinkt niet, geen goede kracht in armen en benen en als er een voedingszonde in de neus verdwijnt komt er alleen maar darminhoud naar boven. Ik denk dat ik zojuist de eerste patiënt heb gezien die onder mijn ogen gaat sterven. Ik probeer nog een soort van plan los te krijgen maar verder dan was bloed prikken komt de arts niet; wat de baby heeft maakt niet zo veel uit, hij gaat het niet halen. Het doet me minder dan ik had verwacht, maar ik ben benieuwd hoe het de rest van mijn stage gaat vallen. Voor nu zit ik in het Afrikaanse donker bij kaarslicht. De stroom is uitgevallen, in ons tuin hebben de apen plaats gemaakt voor honderden vuurvliegjes en we zitten te smikkelen van een mango uit eigen tuin. Moeder kat ligt te miauwen en een van de 3 kittens vindt mijn laptop wel een heel interessant speeltje. Muggen zoemen in mijn oren maar ik zit met een big smile terug te denken aan de eerste indrukken van Malawi; wauw!
Succes en een fijne goede tijd daar.
Liefs,
Lucie