Twijfel in een oase van rust

8 november 2020 - Lilongwe, Malawi

“Well... so... ok... I don’t know... you know, I would do this and that in the USA and in Kenya we did this and that, but well... yeah... I don’t know” en hij bladert weer heen en weer in de patiëntenstatus... 

De titel doet het misschien niet helemaal vermoeden maar ik ben deze week beland op de kinderafdeling. Na 3 weken oriëntatie start ik nu m’n laatste week en zal ik hier blijven om mee te werken op deze afdeling en om te kijken hoe ik deze afdeling kan verbeteren. 

Wanneer ik maandagochtend aan kom lopen na de ochtendoverdracht zijn ze al bezig met een jongen van 4 jaar. Ik hoor dat hij hier al 4 weken in bed ligt met aan z’n rechter been een zware steen gebonden om zijn bovenbeenbreuk recht te trekken. Hij schreeuwt het uit van de pijn en roept om z’n moeder die van een afstand toe moet kijken hoe de orthopeed uit de wond een sloot bloed en pus drukt. Tranen springen in mijn ogen en het liefst wil ik die orthopeed een klap voor z’n kop geven. Dit doe je zo niet met een 4 jarige jongen. Althans, zo zouden wij dat in Nederland niet doen. Ik neem een stap terug en slik de brok in m’n keel weg. Ergens deze dag ga ik ervoor zorgen dat deze jongen adequate pijnstilling krijgt wanneer de wond verzorgd wordt. Verbeterpunt één is gemaakt en afgevinkt op dag twee; hij wordt verzorgd nadat hij een shot morfine krijgt en de rest van de week waan ik me in een oase van rust.

Dat zou je niet verwachten als je de afdeling bekijkt. Zo’n 40 bedden naast elkaar met ertussen zo’n 50 centimeter ruimte. Ongeveer 30 bedden zijn dagelijks gevuld en dit is nog het rustige seizoen. Zoals Nederland het RS virus seizoen kent en alle kamers gevuld zijn met kinderen met een zuurstof brilletje die naar adem snakken of ondersteund worden met de beademing, zo kent Malawi het malaria seizoen. Dan zijn álle bedden gevuld met half comateuze kinderen waar antimalaria, vocht en bloed indruppelt en wordt de tweede zaal met 40 bedden geopend. Zo ver is het nog niet maar de meeste kinderen die er nu liggen zijn wel geveld door malaria. Ze zijn te zwak om te huilen en gelaten gaan ze alles aan. 

Het is een aangename verandering. Van de hectiek van de verloskamers naar de serene rust van de kinderafdeling. Het is overzichtelijk; 40 bedden op een rij, geen gordijntje ertussen dus je kan direct zien hoe het met een kindje gaat vanaf de balie waar 4 verpleegkundige en 3 artsen rondhangen. De visites loop je van bed 1, langs bed 2, naar bed 3 en uiteindelijk eindig je bij bed 40. Zo simpel is het. En wanneer de schoonmakers bezig zijn de vloer te dweilen, dan verhuizen we naar de speeltuin en zorgen de moeders ervoor dat iedereen langs de artsen komt om het beleid van die dag te bepalen. En wanneer de speeltuin weer leeg is, dan kunnen we ons weer naar de schone zaal begeven om de kinderen die aan het zuurstof liggen te bekijken. De een vechtend tegen HIV longontsteking, slechts 3 maanden oud en met 3,5 kilo zwaar ondervoed. De ander vecht tegen tuberculose en weer een ander hebben we geen idee waar tegen hij vecht maar wij ondersteunen hem met alles wat we hier kunnen bieden; zuurstof, antibiotica en vocht. Soms kun je niet meer dan dat, maar gelukkig is het voor deze jongen genoeg. Hij knapt op en ontwaakt uit zijn coma, revalidatie kan beginnen.

Het is een hele verademing, deze overzichtelijke afdeling. Ik leer van hardwerkende Malawiaanse artsen en zelf leer ik de studenten wat kindergeneeskunde zo bijzonder maakt en waar je op moet letten. Dat je hier weinig middelen hebt maar dat je mét die weinige middelen veel kunt. En wanneer ik er niet uitkom dan wacht ik op de Amerikaanse kinderarts die drie dagen per week rond half 10 de afdeling op komt lopen. Ah dokter, kan je even meelopen naar dit kindje; ze ligt hier al een maand, dat is 1/3e van haar hele leven, en ze heeft de halve apotheek al in haar lichaam gepompt gekregen maar blijft zuurstof nodig houden en koorts krijgen. En dan volgt de monoloog van het begin van m’n blog. Hij bladert heen en weer in de status, begint iets randoms te vertellen over wat hij zou willen en wat niet kan. Na een half uur loopt hij weg, niks verandert aan het beleid voor dit kleine meisje. Ik zie hem die dag niet meer terug. De rest van de week doet deze scène zich nog enkele keren voor en aan het eind van de week is mijn hoop vervlogen dat dr. Twijfel ook maar iets zinnigs bijdraagt aan de zorg voor deze patiëntjes, laat staan aan de afdeling. Dus wanneer er vrijdag een verpleegkundige naar dr. Twijfel komt om te vragen naar het 11 jarige meisje dat op de rug van moeder gedragen wordt te kijken, ben ik er al de kippen bij om knopen door te hakken. Ik lees in haar medische paspoort dat ze al 4 jaar reuma heeft die al haar gewrichten aantast waardoor ze het afgelopen jaar niet meer heeft kunnen lopen. Ze slijt haar dagen zittend en haar gewrichten zijn zo pijnlijk en vergroeid dat die niet meer te strekken zijn. Ze eet te weinig en is graat mager. Af en toe krijgt ze ibuprofen en prednison, ze zijn al in meerdere ziekenhuizen geweest en hebben nu de lange reis naar ons ziekenhuis afgelegd. Het eerste wat dr. Twijfel zegt is dat we haar niet kunnen helpen hier en ik kijk hem met open mond aan. Je moet je beperkingen kennen maar dit meisje dat kunnen we helpen. We hebben een krachtig medicijn, dat je liefst niet geeft aan kinderen maar dit meisje, dat kan niet slechter af zijn dan nu en ik wil niet dat ze weer naar het grote ziekenhuis wordt gestuurd waar ze eenmalig prednison krijgt en weer naar huis gestuurd wordt. Ik vertel hem wat we wél kunnen doen en voor het eerst komt hij erachter wat het laboratorium hier eigenlijk allemaal kan bepalen. Na ruim twee uur getwijfel en gedoe krijgt dit meisje haar welverdiende medicijn, ik ben blij voor haar maar bij mij vervliegt alle hoop dat ik iets aan deze kinderarts ga hebben de komende twee maanden. 

Dr. Wervelwind en dr. Twijfel. De een werkzaam in chaos, de ander in een oase van rust. Twee uiterste van elkaar en beide op en top voorbeeld van hoe het niet moet. Wat zouden ze veel van elkaar kunnen leren, maar na tien jaar huwelijk geloof ik niet dat dat nog gaat gebeuren. Ik lees beschamend hun blog waarin ze vertellen hoe goed werk ze verrichten, dat ze dit zien als hun missie de arme bevolking in Afrika te redden en of je hun alsjeblieft wil sponseren met een maandelijks bedrag. Mijn tenen krommen zich, mijn nekharen gaan overeind staan. Ze pretenderen zo veel goeds te doen voor dit ziekenhuis maar ondanks dat ze hier al bijna een jaar zijn heb ik al meer uur in het ziekenhuis doorgebracht dan zij samen. En al het geld dat ze krijgen wordt linea recta in hun huis gepompt, waar ze een nieuw dak op zetten, een vaatwasser in bouwen, een hoge muur omheen laten metselen en waar twee nanny’s laten zorgen voor hun twee kinderen. Plaatsvervangende schaamte is wat er bij mij bekruipt en nogmaals ga ik mijn uiterste best doen om op de kinderafdeling te laten zien dat ik hier met andere intenties ben. Wat en hoe precies, dat weet ik nog niet, maar dat komt wel goed!

Ik lig nu tevreden in m’n hangmat terug te denken aan afgelopen week. Het is warm, zo’n 35 graden en geen wolkje aan de lucht. Gister hebben we de verkoeling opgezocht bij een zwembad in de hoofdstad. De halve expat community van Malawi kom je hier tegen; het is een van de weinig luxe plekken en een schril contrast met de armoede van de rest van het land. Maar ik geniet. Net als ik geniet van het squashen in de avond, wanneer de zon net onder is en het langzaam afkoelt. Ik geniet van een autorit door dit prachtige land, lopen door het dorp dat ik steeds beter leer kennen. Ik geniet van de rust in m’n achtertuin die soms wordt onderbroken door apen die de mango’s uit de boom plukken. Ik geniet van het eten dat Wilfred voor me maakt of het lokale eten dat ik in het ziekenhuis met collega’s eet. Ik geniet van spelletjesavond of een avondje film kijken bij kaarslicht wanneer er geen stroom is. En ondanks dat ik soms verlang naar m’n vertrouwde thuis, naar m’n vriendje, familie en vrienden om me heen, een broodje kaas en met een dekentje op de bank, ik geniet van de oase van rust hier en twijfel geen moment dat ik hier helemaal goed zit!

Liefs!

Foto’s

7 Reacties

  1. Silvia:
    8 november 2020
    Pff ik doe het je niet na hoor!
  2. Maaike:
    8 november 2020
    Jeetje Nicole, wat een tegenstrijdigheden! Maar wat mooi dat jij daar verandering kan brengen en die artsen kan laten zien wat je allemaal wel kunt doen daar! Supermooi om te lezen, heel trots op mijn buurmeisje :)
  3. Elise:
    8 november 2020
    Weer mooi om te lezen. De foto’s geven me een idee van waar je nu zit, heel bijzonder. Zet hem op Nicole!!
  4. Lucie:
    9 november 2020
    Wat een verschillen kan je toch hebben. En zo irritant dat er artsen zijn die beter zouden kunnen (maar niet doen)😡 Fijn dat jij zo niet bent en dat ze daar zien wat ze aan jou hebben.

    Het is fijn om je verhalen te lezen, maar wat een andere wereld zo.
    Liefs en hou je taai 😘
  5. Richard:
    9 november 2020
    Stort je op de kids Nicole ze verdienen het
  6. Carla Fiolet:
    10 november 2020
    Bizar om te lezen dat geld naar hun eigen huis gaat! Ik denk dat jij wel het verschil kan maken je hebt het in ieder geval al bij het meisje gedaan!
    Dus ga er voor ik heb in ieder geval vertrouwen dat het jou lukt! Liefs carla
  7. Willy:
    10 november 2020
    Wat geweldig dat jij kunt laten zien dat dingen ook anders kunnen. Je staat al ver boven de Amerikaanse kinderarts omdat jouw hart wel op de juiste plaats zit. Liefs en blijf genieten van iedere kleine verbetering en het mooie land